Klicpera (Wenzeslaw), een verdienstelijk Boheemsch tooneeldichter, geboren den 23sten December 1792 te Chlumetz aan de Ciplina, werd hoogleeraar aan het académisch gymnasium te Praag en overleed den 15den September 1859.
Met Machaczek en Turinsky behoorde hij tot de eersten, die eene behoorlijke rigting gaven aan het Czechische drama. De meeste stukken van Klicpera zijn oorspronkelijk en onderscheiden zich door eene flinke conceptie en nieuwe, indrukwekkende toestanden. Tot zijne beste treurspelen behooren: „Sobieslaw en Frederik” en „De familie Swojanow”, — en tot zijne beste blijspelen: „De tooverhoed” en „Rohoyin Czetwerrohy”. In zijne novellen vindt men eene gelukkige vinding, eene boeijende ontwikkeling, eene uitmuntende karakterteekening en eene levendige dialoog.