Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kimchi

betekenis & definitie

Kimchi (David), een vermaard Israëlietisch geleerde der middeneeuwen, aanschouwde waarschijnlijk tegen het einde der 12de eeuw te Narbonne het levenslicht. Aldaar sleet hij de meeste jaren zijns levens, en overleed in Provence omstreeks 1240. Zijn vader Joseph Kimchi en zijn broeder Mozes Kimchi genoten de achting hunner medeburgers en schreven, behalve andere godgeleerde werken, commentaren op de boeken des Ouden Verbonds, terwijl Mozes Kimchi ook nog eene Hebreeuwsche spraakkunst leverde onder den titel: „Liber viarum linguae sanctae(1520; 3de druk, Leiden 1631 en later). Toch zijn de geschriften van David Kimchi veel merkwaardiger.

Zijne grammatica, „Michlol” genaamd, is bij herhaling gedrukt, ook te Leiden in 1631, overtrof alle vroegere en bleef het voorbeeld der latere tot in het midden der 17de eeuw. Dit kan men ook verzekeren van „Het boek der wortels (Sepher Schoraschim)”, dat in 1490 te Napels en later bij herhaling te Venetië ter perse gelegd werd. De eerste door Christenen bewerkte spraakkunsten en woordenboeken zijn naar het modél van de zijne vervaardigd. Daarenboven leverde hij commentaren op alle boeken des Ouden Verbonds, en vooral die op „Jesaias” heeft hooge waarde. Zij zijn gezamenlijk uitgegeven door Breithaupt in 3 deelen in 1813.

< >