Kanter (De) is de naam van een aanzienlijk Zeeuwsch geslacht. Van de leden vermelden wij:
Johan de Kanter, een verdienstelijk beoefenaar der geschiedenis. Hij werd geboren te Wissekerke op Noord-Beveland den 21sten Julij 1762 en zag zich in 1784 benoemd tot notaris te Zierikzee. In 1799 werd hij lector in de natuurkunde aan het muséum te Middelburg, en drie jaren later scheepsmeter en tevens onderwijzer bij het instituut voor dijken en waterweringen in Zeeland. Tijdens de inlijving van ons Vaderland in Frankrijk bekleedde hij de betrekking van commies-griffier bij het Tribunal de première instance te Middelburg, en na het afwerpen van het Fransche juk werd hij commies ter provinciale griffie van Zeeland. Hij overleed den 23sten September 1841. Van zijne talrijke geschriften noemen wij: „Chronyk van Zierikzee (1794)”. — „De Franschen in Walcheren (1814)”, — „Redevoering bij de ontblooting van het praalgraf der luit.-admiralen Jan en Cornelis Evertsen (1818)”, — „Lofrede op jhr. Jacob Hendrik Schorer (1822)”, — „De provincie Zeeland (1824)” — en „Oorspronkelijke stukken betreffende de uitvinding der verrekijkers (1835)”.
Bartholomeus Philippus de Kanter, een verdienstelijk dichter. Hij werd geboren te Aardendurg den 10den Februarij 1805, zag zich op 17-jarigen leeftijd geplaatst op het kantoor van registratie en domeinen te Oostburg en in 1829 op het bureau van het hoofdbestuur te ’s Gravenhage. Daarna was hij 35 jaren werkzaam aan het ministérie van Financiën, eerst als klerk, daarna als commies, en overleed aldaar den 4den April 1865. Schoon voor zijne vrienden een hartelijk vriend, was hem uit zijne sombere jeugd een zekere schuwheid bijgebleven, die zich ook in zijne gedichten openbaart. Het liefst liet hij zijne rijmelooze verzen vloeijen langs het spoor der klassieke voetmaat. Van zijne voortbrengselen noemen wij: „Gedichten (1838)”, — „Evangeline, naar Longfellow (met S. J. van den Bergh, 1856)”, — Liefde en leed, Hölty’s liefste liederen nagezongen (1864)”, — benevens vele gedichten in jaarboekjes, in de werken van „Oefening kweekt kennis”, enz. Hij was lid der Leidsche Maatschappij.