Kairis (Theophilus), een verdienstelijk Grieksch geestelijke, omstreeks het jaar 1788 op het eiland Andros geboren, ontving zijne opleiding op het gymnasium te Cydonia in Klein-Azië en op het lyceum te Chios, studeerde aan de Italiaansche universiteiten, alsmede te Parijs in de geschiedenis, natuurkunde en wijsbegeerte en werd daarna leeraar aan de evangélische school te Smyrna, vervolgens aan het gymnasium te Cydonia. Nadat hij deelgenomen had aan den Griekschen onafhankelijkheidsoorlog, trad hij, als vertegenwoordiger van het eiland Andros, in de Nationale Vergadering op als een vurig verdediger van vrijheid en regt. Later stichtte hij met daartoe verzamelde gelden een weeshuis op het eiland Andros, en herschiep het vervolgens in een opvoedingsgesticht.
In 1839 werd hij volgens een vonnis van de Synode te Athene wegens atheïstische gevoelens op genoemd eiland in een klooster opgesloten. Nu kwam hij in zijne geschriften openlijk in verzet tegen het Christendom en werd wegens het verspreiden van gevaarlijke dwalingen door de regtbank te Syra tot eene tweejarige gevangenisstraf veroordeeld, doch hij overleed reeds in Februarij 1853. Er bestaat van hem eene „Inleiding tot de wijsbegeerte (1851)” in zuiver Oud-Grieksch. — Zijne zuster Evanthia heeft zich door vertalingen en oorspronkelijke werken in het Nieuw-Grieksch bekend gemaakt.
