Kaïn

betekenis & definitie

Kaïn was volgens het Bijbelsch verhaal de oudste zoon van Adam en Eva. Hij legde zich toe op den landbouw, doodde uit nijd zijn broeder Abel en nam de vlugt naar het land Nôd. De Rabbijnsche overlevering vermeldt zoowel, dat hij door zijn kleinzoon Lamech op de jagt gedood werd, als dat hij een hoogen ouderdom bereikte en tot aan den Zondvloed leefde. — Naar hem droegen de leden eener Gnostische secte in de 2de eeuw onzer jaartelling den naam van Kaïnieten. Zij vormden een tak der Ophieten en beschouwden Kaïn en andere misdadigers des Ouden Testaments als edele mannen, die door den Bondsgod der Israëlieten waren vervolgd en zich aan de dwingelandij van dat Wezen hadden onttrokken, zoodat zij veeleer hulde dan schande verdienden.