Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Jode

betekenis & definitie

Jode (De) is de naam van eenige Zuid-Nederlandsche kunstenaars, te weten:

Gerrit de Jode, graveur en houtsnijder. Hij werd geboren te Antwerpen in 1541, trad eerst in dienst bij Karel V, doch wijdde zich weldra uitsluitend aan de kunst. Hij graveerde o. a.: „Christus aan het Kruis” naar Michele Angelo, — „Hiërónymus in overpeinzing” naar Titiaam, — eene reeks portretten van Pausen, — 29 prenten, en overleed in 1591.

Peter de Jode, de Oude, een zoon van bovengenoemde. Hij werd geboren te Antwerpen in 1510 en ontving van zijn vader en van Goltzius onderrigt in de graveerkunst. Gedurende een vertoef te Home graveerde hij onderscheidene platen naar Italiaansche meesters en keerde in 1601 terug in zijne geboorteplaats. Daarna vestigde hij zich eenigen tijd te Parijs, maar begaf zich eindelijk wederom naar Antwerpen, waar hij den 9den Augustus 1634 overleed. Tot zijne beste en zeldzaamste prenten behooren: „De verloving der H. Catharina” naar Titiaan, — „De H. familie in een landschap” naar denzelfden, — „Christus, aan Petrus de sleutels gevende”, naar Rubens, — „Het leven en de wonderen der H. Catharina van Siéna”, 12 gravures naar Vanni, — „De overheid” naar Rubens, — „De carnaval te Venetië” naar Pozzoserrato, — „De onthoofding van Johannes” naar Rubens, — „Jezus bij Nicodemus” naar van Oort, — en „Kleederdragten van Europésche volken”, 10 prenten naar Vrancx.

Peter de Jode, de Jonge, een zoon van den voorgaande. Hij werd in 1606 te Antwerpen geboren en in de graveerkunst onderwezen door zijn vader, dien hij weldra niet zoozeer in zuiverheid van teekening als in smaakvolle behandeling overtrof. Hij vertoefde eenigen tijd te Parijs, waar hij voor kunstkoopers werkte. Hij leverde o. a.: „De aanbidding der Herders” naar Jordaens, — „Het wonder van den H. Martinus van Tours met een bezetene” naar denzelfden, — „St. Augustinus, bisschop van Hippo, gekroond door de Godsdienst”, naar Rubens, — „De drie Gratiën” naar denzelfden, — „De geboorte van Christus” naar Jordaens, — en een aantal portretten van gekroonde hoofden en kunstenaars. — Ook zijne zonen, Arnold en Cornelis beoefenden de graveerkunst.

< >