Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Itzstein

betekenis & definitie

Itzstein (Johann Adam von), een hoofdleider der liberale partij in Baden, werd geboren te Mainz den 18den September 1775. Na het voleindigen zijner studiën bekleedde hij eenige ondergeschikte staatsambten. Toen voorts groothertog Lodewijk in 1819 de regéring aanvaardde, -werd hij als „Hofgerichtsrath” te Mannheim geplaatst, zag zich in 1822 tot afgevaardigde naar den Landdag gekozen, maar werd na ontbinding van dezen als een aanvoerder der oppositie door de Hofpartij vervolgd en op pensioen gesteld. Niettemin verscheen hij in 1831 weder op de vergadering van den Landdag en ook op de volgende tot aan 1850 toe, en plaatste zich steeds aan het hoofd der oppositie, — vooral na den dood van von Rotteck.

Levendig, welsprekend, gevat en altijd tot discussie bereid, was hij als het ware voor die betrekking aangewezen, terwijl men doorgaans zijne staatkundige bekwaamheid te hoog schatte. Toch bleek bij het behandelen van de begrooting zijne uitgebreide kennis van die aangelegenheid. De gebeurtenissen van 1848 hadden grooten invloed op zijn toestand. Een gedeelte zijner staatkundige vrienden keerde zich van hem af, en hij zelf helde over tot de democratische en republikeinsche rigting, zonder evenwel de grenzen der wet te overschrijden of zijne gewone omzigtigheid te verloochenen. Onderscheidene kiesdistricten vaardigden hem af naar de Duitsche Nationale Vergadering, en hij schaarde er zich aan de uiterste linkerzijde.

Deze partij schonk hem hare stemmen, toen in Junij 1848 een rijksbestuurder moest benoemd worden. Aan de omwenteling in Baden in Mei 1849 nam hij geen deel. Daar hij echter het Rompparlement naar Stuttgart gevolgd was, voegde hij zich bij de voortvlugtige revolutiemannen en vertoefde eenigen tijd in Zwitserland en den Elzas, terwijl in 1850 de Badensche regéring hem van alle staatsburgerlijke regten beroofde. Hij vestigde zich vervolgens op het landgoed Hallgarten in de Rheingau, en overleed aldaar den 14den September 1855.

Iva Iva is de naam eener nieuwe liqueur, die vooral uit Achillea moschata, in Opper-Engadin iva genaamd, bereid wordt. Zij komt in 3 gedaanten in den handel, namelijk als ivabitter, dat reeds wat langer bekend is, — als dubbel ivabitter, een donkerbruin, zeer sterk en tevens zeer fijn bitter, — en fleur d’iva of zoete iva, eene keurige damesliqueur.

Ivica Ivica, het Ebusus der Ouden en het grootste eiland der Pithyusen in de Middellandsche Zee, ligt ongeveer 12 geogr. mijl van de Spaansche kust, en telt op 8½ ☐ geogr. mijl ruim 22000 inwoners. Er zijn talrijke baaijen, en de bergachtige oppervlakte verheft zich in den Campvey tot eene hoogte van 400 Ned. el. De hoogten zijn er meestal met boomen en struiken begroeid; er ontspringen vele kleine beken, en de voornaamste rijkdom der inwoners is gelegen in hunne zoutmoerassen. Het klimaat is er zacht en gezond en men heeft er graan en amandels voor den uitvoer. De evenzoo genoemde hoofdstad, de zetel van een bisschop, ligt aan de zuidzijde, aan de fraaie Baai van Ivica; men heeft er eene citadél met hechte muren, eene hoofdkerk en 3 andere kerken, onderscheidene kazernen en omstreeks 6000 inwoners. Aan hare oostzijde ligt de voorstad La Marina, welke grooter is dan zij zelve. Men zegt, dat die voorstad 170 jaar later dan Carthago door de Phoeniciërs is gesticht.

< >