Hulsius. Onder dezen naam vermelden wij:
Laevinus Hulsius, geboortig van Gent. Hij voerde den titel van Keizerlijk notaris en heeft zich bekend gemaakt als een ijverig beoefenaar der aardrijks-, wis-, geschied- en letterkunde. Hij deed in 1602 eene reis naar Holland en Engeland en vestigde zich vervolgens te Frankfort aan de Main. Hij schreef: „Descriptio usus viatorii et horologii Solaris”, — „De usu quadrati et quadrantis geometrici ac chronologici”, — „Instrumenta mechanica”, — „Erster traetat der mechanischen instrumenten (1604)”, — „Drie tractaten der mechanischen instrumenten (1604)”, — „Vitae imperatorum romanorum (1597)”, — „XII primorum Caesarum et LX1V ipsorum uxorum et parentum ex antiquis numismatibus in aere incisis effigies etc. (1569)”, — „Series numismatum imperatorum Romanorum etc. (1603)”, — „Transsilvaniae, Moldaviae, Vualachiae descriptio etc. (1795)”, — en „Chronologiae rerum memorabilium in Hungaria, Transsilvania etc. gestarum etc. (1597)”.
Antonius Hulsius, een verdienstelijk beoefenaar der godgeleerdheid en der Oostersche talen. Hij werd in 1615 geboren te Hilden in het hertogdom Berg, ontving zijne opleiding te Wesel, studeerde te Deventer, volbragt eene reis door Engeland, Frankrijk en Zwitserland, en werd in 1644 predikant bij de Waalsche gemeente en hoogleeraar in de Hebreeuwsche taal aan de doorluchtige school te Breda, — voorts in 1661 regent van het Staten-Collège te Leiden, kort daarna buitengewoon hoogleeraar in de Hebreeuwsche taal, en in 1676 gewoon hoogleeraar in de godgeleerdheid. Hij overleed in Februarij 1685. Van zijne geschriften vermelden wij: „Psalterium Hebraïee et Latine cum annotationibus (1650)”, —„Nomenclator Biblicus Hebraeo-Latinus (1650)”, — „Authentia absoluta textus Hebraei vindicata contra Is. Vossium (1669)”, —„Theologia Judaica de Messia (1655)”, — „Examen catecheticum didactico-polemicum etc. (1676, 2 dln)”, — „Specimina theologiae hypotheticae (2 dln)”, — „Systema controversiarum theologicarum etc.”, — „Non ens praeadamiticum (1656)”, — „Nucleus prophetiae Veteris Testamenti etc.”, — „Dissertatio de cultu Dei”, — en „Animadversiones in historiam Concilii Tridentini etc. (1685)”.
Henricus Hulsius, een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren den 10den October 1654, studeerde te Duisburg, Marburg, Leiden en Harderwijk, verkreeg in 1679 te Harderwijk den graad van doctor in de godgeleerdheid, en werd in 1681 hoogleeraar te Duisburg, waar hij den 4den April 1723 overleed. Grooten roem verwierf hij door onderscheidene geschriften; van deze noemen wij: „Jura Gulielmi III in regnum Angliae (1697)”.
Paulus Hulsius, een zoon van boven vermelden Antonius. Hij werd geboren te Breda den 25sten December 1653, studeerde te Leiden, en werd in 1672 proponent, waarna hij achtervolgens het leeraarsambt bekleedde te Aardenburg en te Middelburg, waar hij tevens rector was, waarna hij in 1691 de betrekking van hoogleeraar in de godgeleerdheid te Groningen aanvaardde met eene oratie: „De modestia theologi”. Hij overleed aldaar den llden October 1712 Hij schreef onder anderen: „De honestate legum etc. (1702)”, — „Tractatus de Spinozismo”, — „De corpore hominis in quo vivit et resurgit unico”, — „De serpente seductore”, — „De theologiae primaevae fontibus”, — „De methodo typica”, — „Verhandelingen over 1 Cor. XV (1714)”, — „Jezus het ware brood des Hemels (1717)”, — „Over de heilige liederen van het O. en N. Testament (1726)”, — „Uitlegging van de brieven aan Timotheus (1727, 2 dln)”, — „Uitlegging van den brief aan de Galaten”, — „Over 18 uitgelezene Psalmen (1727)”, — „Heilige mengelschriften of verzameling van predicatiën (1729)”, — „Over de Antinomianery (1739)”, — en „Een Christelijk gebed enz. (1747)”.