Holwarda (Jan Fokker), of Johannes Phocylides, geboren te Holwerd in Friesland den 19den Februarij 1618, studeerde te Franeker en zag zich aldaar in 1637 tot meester in de vrije kunsten en in 1640 tot doctor in de geneeskunde bevorderd. In 1639 werd hij er buitengewoon hoogleeraar in de redeneerkunde, en in 1647 gewoon hoogleeraar. Reeds den 21sten Januarij 1651 maakte eene slepende ziekte een einde aan zijn leven.
Hij schreef: „Dissertatio astronomica in Lansbergium (1640)” — „Epitome astronomicae reformatae (1642)”, — „Sciagraphia logicae generalis (1643)”, — „Collegium logicum, disputationibus duodecim (1646)”, — „ln historiam Philippico-Frisicam clarissimi amplissimique viri D. Pieri Winsemii (1646, een uitgebreid gedicht)”, — en „Elementale logicum (1648)”, een uittreksel uit de „Sciagraphia”. Voorts was hij nog voornemens in het licht te zenden een „Speculum Medicinae practicum”, en „Super creatione commentatio”.