Hallam (Henry), een verdienstelijk Engelsch geschiedschrijver, geboren te Windsor in 1777, ontving zijne opleiding te Eton, waar hij reeds belangrijke bijdragen leverde tot de „Musae Etonienses”, en bezocht vervolgens de universiteit te Oxford.
Na zijne promotie (1799) begaf hij zich naar Londen, waar hij zich aan de studie der regtsgeleerdheid wijdde. Wegens het bezit van een aanzienlijk vermogen onttrok hij zich aan de regtsgeleerde practijk en behoorde, als een vriend van lord Holland, lord Landsdowne enz., tot de Wighpartij, zonder zich regtstreeks met staatkunde te bemoeijen.
In 1805 werd hij medewerker van de „Edinburgh Review”, waarin hij onderscheidene critische en letterkundige opstellen leverde. Voorts schreef hij: „View of the state of Europe during the middle ages (1818, 2 dln)”, waaraan hij later zijne „Supplemental notes to the View of the state of Europe (1848)” toevoegde.
Zijn belangrijkst geschrift is: „Constitutional history of England from the accession of Henry VII to the death of George II (1827, 3 dln)”. In zijne „Introduction to the literature of Europe in the 15th, 16th and 17th centuries (1837— 1838, 4 dln)” zijn vooral die gedeelten merkwaardig, welke over wijsbegeerte, staatswetenschappen en godgeleerdheid handelen.
Hallam was met Brougham, Mackintosh, John Russell, Althorp en anderen de stichter der Vereeniging tot verspreiding van nuttige kennis, welke zich ten doel stelde om het volk, dat geene dure boeken kan koopen, door geschriften van geringen prijs met wetenschappelijke onderwerpen bekend te maken.
In lateren tijd veranderden zijne staatkundige gevoelens, en in 1831 werd hij zelfs een tegenstander der reformbill. Intusschen bleef hij bevriend met zijne politieke tegenstanders. In 1834 verschenen zijne „Remains in prose and verse (2de druk 1853)”, en hij overleed te Pickhurst in Kent den 21sten Januarij 1859.
Eene volledige uitgave van zijne werken verscheen te Londen in 1855 en 1856 in 9 deelen.