Gueudeville (Nicolas), een Fransch schrijver, geboren te Rouen in 1654, werd opgenomen in de orde der Benedictijnen en onderscheidde zich als kanselredenaar door zijne stoutmoedigheid, zoodat hij zich het ongenoegen der oversten op den hals haalde. Nu nam hij de vlugt uit het klooster, vestigde zich te Rotterdam, gaf er les in het Latijn en trad in het huwelijk. Weldra echter ging hij naar ’s Hage, waar hij van 1699 tot 1710 het dagblad: „L’esprit des cours de L’Europe” uitgaf.
Voorts schreef en vertaalde hij verschillende werken, en overleed in armoede omstreeks het jaar 1720. Van die werken noemen wij: „Critique général des Avantures de Télemaque (1700)”, — „Atlas historique ou nouvelle histoire universelle (1713—1721, 7 dln)”, — „Le censeur ou caractère des moeurs de la Haye (1715)”, — en „Comedies de Plaute (1719, 10 dln)”. '
