Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Griepenkerl

betekenis & definitie

Griepenkerl (Robert), een verdienstelijk Duitsch dichter en schrijver over aesthetiek, geboren den 4den Mei 1810 te Hofwyl in Zwitserland, waar zijn vader Friedrich Karl Griepenkerl (geboren te Peine den 10den December 1782, overleden den 6den April 1849, als hoogleeraar aan het Carolinum te Brunswijk, en bekend door een „Lehrbuch der Aesthetik (1827, 2 dln)” en door een „Lehrbuch der Logik”, 2de druk 1831) in die dagen als leeraar werkzaam was, wijdde zich na het voleindigen zijner studiën aan letterkundigen arbeid, terwijl hij in 1839 tot leeraar in de letterkunde en aesthetica aan het Carolinum, en vervolgens tot hoogleeraar in de Duitsche taal en letterkunde aan de militaire school te Brunswijk benoemd werd. Hij overleed aldaar den 17den October 1848. Hij schreef: „Bilder Griechischer Vorzeit (1833)", — „Die sixtinische Madonna (1834, een gedicht)", — vertalingen van „Oedipus rex” en „Antigone (1842)", — „Das Musikfest oder die Beethovener (2de druk 1841)”, — „Ritter Berlioz in Braunschweig (1843)", — „Die Oper der Gegenwart (1847)”, — „Der Kunstgenius der deutschen literatur im letzsten Jahrhundsrt (1846)”, — de treurspelen „Maximilian Robespierre (1851)” en „Die Girondisten (1852)", welke ongemeenen bijval vonden, — de tooneelspelen „Ideal und Welt (1856)" en „Auf der hohen Rast (1861)”, — alsmede het drama „Auf St. Helena (1862)".

< >