Gendron (Auguste), een Fransch schilder, geboren te Parijs in 1818, genoot het onderwijs van Paul Delaroche, en vertoefde 6 jaar in Italië, waar hij zijne eerste stukken schilderde. Deze werden met bijval ontvangen, en na zijn terugkeer in Frankrijk schilderde hij: „Tibérius in Caprea”, — „De Sylphen”, — „Titania”, enz. Het Luxembourg te Parijs bezit van hem een fraai genrestuk: „De zondagsviering, een tafereel uit Florence in de 15de eeuw”, alsmede „De Patricische vrouwen in Venetië”. Twee andere stukken : „Napels in de 14de eeuw” en „Rome in de 16de eeuw” worden desgelijks met lof vermeld.
Gendron is sober in zijn coloriet en teekent juist; hij is de oudheidkundige dichter van Italië en een schilder van tooversprookjes. Het beperkte maar aangename talent van dezen kunstenaar openbaart zich vooral in het schetsen van vrouwelijke figuren, die zich nu eens als Feeën, Nixen en Elfen uit de Noordsche fabelleer, dan weder als allegorische personen op fraaije landschappen of in bevallige houding in de lucht zwevende vertoonen en een dichterlijk gevoel bij den beschouwer opwekken. Tot zijne belangrijkste kunstgewrochten belmoren 3 ronde muurschilderingen in eene voorzaal van het gebouw der Rekenkamer, het plafond van eene zaal in het gebouw van het Ministerie en de zolderschilderingen van een salon van den bankier Pereire te Parijs.