Gamander (Teucrium L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Lipbloemigen (Labiatae). Het onderscheidt zich door een buis- of klokvormigen kelk met 5 tanden, van welke de bovenste wel eens sterker ontwikkeld is dan de andere, — door eene korte, buisvormige bloemkroon, waarvan de bovenlip aan de rugzijde gespleten en, in den vorm van 2 korte tanden, aan de onderliptoegevoegd is,— voorts door 4 meeldraden en een aan den top gespleten stijl. Het omvat heesters en kruiden van welke onderscheidene ook in ons Vaderland in het wild voorkomen, zooals de wilde salie-gamander (T. Scorodonia L.) met hartvormige, eenigzins zachtharige, gesteelde bladeren, een regtstandigen, kruidachtigen stengel en okselstandige, eenzijdige bloemtrossen, — de water-gamander (T.
Scordium L.) met langwerpige, ongesteelde, getande, nagenoeg onbehaarde bladeren, gesteelde, gepaarde bloemen en een uitgespreiden stengel, — en de liggende gamander (T. Chamaedrys L.) met wigvormig-eironde, ingesneden-gekartelde en gesteelde bladeren, drietallige bloemen en eenigzins liggenden stengel. Deze gewassen zijn een weinig specerijachtig, zamentrekkend en bitter, zoodat zij voorheen tot de maagmiddels behoorden. Van de uitheemsche soorten vermelden wij de Syrische gamander (T. Marum L.) of' Syrische thym, ook wel echt kattenkruid genoemd, die in Zuid-Europa, Klein-Azië en Egypte te huis behoort. De heesterachtige gamander (T. fruticans L.), eene Spaansche plant met groote paarsch-blaauwe bloemen, en T. betonicum l’Her., eene plant van de Canarische Eilanden met purperen bloemen, behooren tot de sierplanten.