Galwespen (Cynipida) is de naam van eene insectenfamilie van de orde der Vliesvleugeligen (Hymenoptera). Bij vele planten vindt men eigenaardige ziekelijke uitwassen, die vooral in het oog loopen bij de wilde rozen, waar zij zoo groot worden als appels, met mos bedekt en van binnen houtig zijn. Snijdt men zulk een uitwas door, dan ontwaart men daarin holten en cellen, en hierin soms een eitje, soms ook een witachtig wormpje, of ook eene pop in een los, zijdeachtig weefsel.
Die eijeren, larven en poppen zijn afkomstig van eene galwesp (Cynips Rosae), die met hare legboor de bast van den rozenstam doorstoken en haar ei diep in het spint gelegd heeft. Deze wond doet eene zwelling ontstaan, met wier weefsel de jonge larven zich voeden, terwijl deze er holten in maken, om eindelijk zich te verpoppen en daarna in kleine wespen te veranderen. Deze zijn doorgaans bruin of zwart; haar achterlijf is aan de zijden eenigzins zamengedrukt en wigvormig, en hare voelers zijn lang en regt.
In bijgaande figuren hebben wij in figuur 1 de larve eener galwesp, — in figuur 2 die larve in het midden eener galnoot, — en in de figuur 3 en 4 twee vrouwelijke individuen van verschillende soorten van galwespen voorgesteld. Sommige soorten zijn microscopisch klein, doch deze voor de planten zoo schadelijke wespen zijn voor de nijverheid der menschen zeer voordeelig. Immers wij kunnen ons geene beschaving voorstellen zonder inkt, en men heeft volgens velen geen goeden schrijfinkt zonder galnoten, en geene galnoten zonder galwespen. Zie voorts onder Galnoten.