Galenstock is de naam van een geweldig berggevaarte in Zwitserland op de grenzen der cantons Wallis en Uri. Het bereikt eene hoogte van 3500 Ned. el en draagt op zijne westzijde den Rhône-gletscher.
Galenus Galenus. Onder dezen naam vermelden wij:
Claudius Galenus, na Sippócrates den meestberoemden geneesheer der Oudheid. Hij werd geboren in het jaar 131 na Chr. te Pérgamus en was een zoon van den bouwmeester Nikon. Nadat hij zich aanvankelijk gewijd had aan de wijsbegeerte, vooral die van Aristóteles, begon hij op zijn 17de jaar zich toe te leggen op de geneeskunde en genoot het onderwijs van onderscheidene beroemde artsen. in zijne geboortestad, in Smyrna en Corinthe. Om zijne kennis uit te breiden, reisde hij voorts naar Lycië en Palaestina en vertoefde geruimen tijd te Alexandrië, om zich in dat middelpunt der toenmalige geleerdheid in de ontleedkunde te oefenen. Toen hij op 28-jarigen ouderdom te Pérgamus terugkeerde, werd hij er tot geneesheer der zwaardvechters benoemd. Ten gevolge van een opstand vertrok hij echter in 164 naar Rome, waar hij door voorspoedige genezingen en door zijne physiologische lessen weldra grooten roem verwierf, terwijl hij niet zonder eigen schuld in onaangenaamheden geraakte met zijne ambtgenooten. Toen in 169 de pest te Rome uitbrak, keerde hij terug naar Pérgamus. Intusschen werd hij reeds het volgende jaar door de Keizers Marcus Aurelius en Lucius Veras naar Aquileja geroepen, en na den dood van laatstgenoemde door Marcus Aurelius uitgenoodigd, om hem als lijfarts naar Germanië te vergezellen, hetwelk Galenus van de hand wees, daar hij liever in die betrekking bij Commodus te Rome bleef.
Hier gebruikte hij zijn vrijen tijd tot het vervaardigen van onderscheidene geschriften, van welke echter vele bij het verbranden van den tempel des Vredes verloren zijn geraakt. Zelfs nog ten tijde der Keizers Pertinax en Septimius Severus toefde hij te Rome, en overleed omstreeks het jaar 200 aldaar of te Pérgamus. Hij heeft zich vooral verdienstelijk gemaakt door het beoefenen der anatomie en physiologie, waardoor hij een goeden grondslag legde voor de ziekteleer en zoo grooten invloed had op den lateren tijd, dat zijn gezag bij alle geneeskundige scholen onbetwist bleef tot aan Paracelsus toe. Van zijne 500 geschriften zijn 181 bewaard gebleven, en van 83 van deze wordt de echtheid niet betwijfeld. Van de verloren geachte werken schijnt nog veel in de bibliotheken verborgen te wezen. De beste uitgave zijner gezamenlijke werken is die van Kühn (1821—1833, 20 dln). Sommige van zijne verhandelingen zijn ook in het Arabisch en Hebreeuwsch vertaald.
Matthéus Galenus of van Galen, een Nederlandsch godgeleerde. Hij werd geboren te West-Kapelle op het eiland Walcheren in 1528, ontving onderwijs te Gent, studeerde te Leuven , gaf er lessen in de kanselwelsprekendheid en werd weldra tot hoogleeraar in de godgeleerdheid te Dillenburg benoemd en vervolgens te Douai. Hij werd hier proost van St. Pieter en kanselier der academie, en overleed aldaar den 25sten September 1573. Hij woonde het Concilie van Trente bij en was beroemd wegens zijne groote geleerdheid. Hij schreef: „Commentarius de christiano en catholico sacerdotio (1563)”, — „De originibus monasticis (1563)”, — „Oratio habita ad patres concilii provincialis Cameracensis (1565)”, — „Oratio in vitam S. Georgii Martyris”, — „Gebeden en meditatiën onder de Mis, in 't Vlaamsch en Fransch, of der leeken brevier (1567)”, — „Vita S. Willebrordi, Frisiorum apostoli. Libri III.”, — „Homiliae Catecheticae etc. (1571)”, — „De SS. Missae sacrificio commentarius (1574)”, — „Catechesis christiana Andreae Crocquetii (1574)”, — „De saeculi nostri choreis”, — „De votis monasticis” — „Orationes funebres tres", — „Epistola D. Pauli ad Hebraeos (1578 en 1598)”. — voorts „Alcuini Rhetorica ad Carolum Magnum (1563)”, — en „Hilduinus Abbas, de vita Dionisii Areopagitae (1563)”.