Forey (Elie Frédéric), maarschalk van Frankrijk, geboren te Parijs den 10den Januarij 1804, ontving zijne opleiding aan het collége te Dijon en aan de militaire school te St. Cyr, waarna hij zich in 1824 als luitenant geplaatst zag en in 1830 naar Algiers vertrok. In 1835 was hij kapitein en in het daaropvolgende jaar onderscheidde hij zich in de eerste expeditie naar Constantine. In 1839 drong hij met zijne compagnie het eerst door de Portes de Fer, werd in 1840 tot bataljonschef bevorderd en verkreeg het kommando over het 6de bataljon jagers te voet.
In 1844 was hij kolonel, en in 1848 legde hij republikeinsche gevoelens aan den dag, zoodat hem het bevel werd opgedragen over eene brigade van het leger te Parijs. Later evenwel ondersteunde hij Lodewijk Napoleon bij den staatsstreek, werd in 1852 divisie-generaal, ging vervolgens naar de Krim en streed dapper vóór Sebastopol. Toch kon hij het niet vinden met den opperbevelhebber Canrobert, en toen het lasterlijk gerucht in omloop werd gebragt, dat hij in verstandhouding stond met de Russen, terwijl men op zijne republikeinsche gezindheden wees, drong hij in 1855 aan op zijne terugroeping, en werd benoemd tot bevelhebber van de provincie Oran in Algérië. Vóór zijn vertrek derwaarts echter werd hem in 1857 het kommando opgedragen over de 1ste divisie van het leger te Parijs. In den oorlog in Italië kwam hij aan het hoofd van de 1ste divisie van het 1ste arméecorps aldaar en leverde er reeds spoedig bij Montebello en Casteggio een bloedig gevecht aan de Oostenrijkers onder Stadion. Ook nam hij deel aan het gevecht bij Marignano en aan den slag bij Solferino, en werd na den vrede tot senator benoemd.
In 1861, in het kamp van Chalons, deed hij eene nieuwe, door hem uitgevondene infanterie-manoeuvre ten uitvoer brengen, welke veel bijval vond, en in 1862 ging hij als opperbevelhebber der Fransche troepen naar Mexico Hij veroverde er Puébla en vervolgens de hoofdstad, waarna hij den maarschalksstaf ontving. Tevens echter werd hij teruggeroepen, en kwam tegen het laatst van 1863 weder in Frankrijk, waar hij tot chef van het 3de armeecorps benoemd werd. In 1867 zag hij zich bekleed met het opperbevel te Chalons. Als senator verlangde hij in 1866, dat de regéring op nieuw troepen naar Mexico zou zenden. Later echter leefde hij buiten dienst nabij Nancy, en eene gedeeltelijke verlamming belette hem, in 1870 en 1871 aan den oorlog tegen Duitschland deel te nemen. Hij overleed te Parijs den 20sten Junij 1872 en werd in het Hotel des Invalides begraven.