Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Finistère

betekenis & definitie

Finistère, een woord, afkomstig van Finis terrae (einde der aarde), is de naam van een departement in het meest westelijk gedeelte van Frankrijk. Het is een gewest van het voormalig Basse-Bretagne en telt op 122 □ geogr. mijlen ruim 662000 inwoners.

Twee schilderachtige granietketens, de Montagnes d’Arrée, wier hoogste toppen slechts tot 350 Ned. el verrijzen, doorloopen het land van het oosten naar het westen. De kust is er bijna overal hoog en steil, en van talrijke eilandjes, kapen en baaijen voorzien. De voornaamste rivieren zijn er de Aulne, de Landernau, de Odet en de Elle. De eerste is door een kanaal met de Blavet verbonden en vormt een gedeelte van de groote scheepsvaartlijn van Brest naar Nantes. Ook zijn er onderscheidene meren en poelen. Het klimaat is er onder den invloed van den Atlantischen Oceaan zeer zacht, zoodat er vele planten groepen, die te Parijs des winters zouden sterven. Wegens het te geringe bedrag der zomerwarmte komt er echter de druif niet tot volkomene rijpheid, en aan de zuidelijke hellingen van het Arrée-gebergte zelfs niet altijd de maïs.

De lucht is er vochtig en de heerschende westewinden brengen er vele regen- en onweersbuien. De grond is er zeer verschillend, maar wegens verwaarloozing van den landbouw niet zeer mild. Men oogst er veel tarwe, rogge, boekweit, haver, gerst,aardappelen, vlas, hennep en peulvruchten, —eindelijk hier en daar groenten en ooft. Het bouwland beslaat er slechts 523/4 □ geogr. mijl. Uitgestrekter echter zijn er de weiden en hooilanden, en sommige van deze worden jaarlijks 3-maal gemaaid. Onafzienbare velden leveren er verder niets anders op dan heide en brem, terwijl de bosschen er 53/4 □ geogr. mijl beslaan.

Tot de belangrijkste bronnen van bestaan behooren er de veeteelt, de paardenfokkerij en het mesten van zwijnen. De runderen zijn er echter klein, de paarden zeer sterk, en de schapen grof van wol. Boter en honig behooren er tot de uitvoer-artikelen. Ook is de visscherij er van belang, en het departement bezit eene schat van delfstoffen. De zilverhoudende loodmijnen van Huelgoat en Poullaouen in het arrondissement Châteaulin zijn de rijkste van geheel Frankrijk en leveren 800000 Ned. pond lood en 1500 Ned. pond zilver.

Voorts heeft men er ijzer, zink, bismuth, steenkolen, potklei enz., alsmede graniet, porfier, serpentijn, leisteen enz., en eindelijk onderscheidene mineralen bronnen. De fabrieknijverheid daarentegen is er van weinig beteekenis, ofschoon men er linnen, zeildoek, touw, papier, aardewerk, waskaarsen, wollen stoffen, olie, zeep enz. vervaardigt. Na den mijnbouw is er de visscherij een belangrijke tak van nijverheid, daar zij op 1000 vaartuigen aan 4000 personen werk levert. Ook doen onderscheidene goede havens, wegen en kanalen er den handel bloeijen. Het departement is in 5 arrondissementen, 43 kantons en 281 gemeenten verdeeld, en onderworpen aan het geestelijk gezag van den bisschop van Quimper.

Den naam van kaap Finisterre draagt het voorgebergte aan de noordwestpunt van Spanje in de Galicische provincie Coruna. Het heette bij de ouden Promontorium Nerium. In hare nabijheid zijn 2 merkwaardige zeeslagen voorgevallen van de Engelschen — eerst onder Anson en Warren tegen de Fransche vloot onder Jonquière en Saint-George (14 Junij 1747), en later onder Robert Calder tegen de vereenigde Fransche en Spaansche vloot onder Vïlleneuve en Gravina (22 Julij 1805).

< >