Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Falasja’s

betekenis & definitie

Falasja’s noemt men in Abyssinië de Israëlieten, die er zich van ouds in de bergstreek van Samen en Bellesa gevestigd hebben en er tot aan het begin der 17de eeuw onder eigen Koningen en Koninginnen hunne onafhankelijkheid handhaafden. Later zijn zij van daar verjaagd en gedwongen, om in de verstrooiing onder hunne vijanden te leven. Thans bevinden zij zich in de gewesten Dembea, Kwoeara, Woggera, Tsjelga en Godjam, waar men hunne dorpen aan een rooden pot van aardewerk op hunne bedehuizen gemakkelijk herkennen kan. Zij noemen zich Falasyan of Verbannenen, zijn volgens hunne bewering afkomstig uit Jerusalem, en houden zich voor afstammelingen van Levi.

In hunne eeredienst en zeden is veel, wat aan het Oude Testament herinnert , doch in hun voorkomen is het eigenaardige van den Israëliet niet meer te vinden. Zij houden zich met naauwgezetheid aan de viering van den sabbath en onderscheiden zich door zedelijkheid, zindelijkheid en arbeidzaamheid. Zij voorzien in hun onderhoud door middel van den landbouw en van vele andere bedrijven, maar bemoeijen zich niet met den handel. Men schat hun aantal op 1/4 millioen.

< >