Espinasse (Julie Jeanne Eleonora de l’) eene hoogst bekoorlijke vrouw, die schitterende gaven des geestes met een gevoelig hart verbond, was de onwettige dochter der gravin d’Albon.
Zij werd geboren den 19den November 1732, ontving eene zorgvuldige opvoeding, doch zag zich vervolgens door den onverwachten dood harer moeder van alle hulpmiddelen verstoken. Zij kwam toen in het huis van haren zwager Vichy-Chamrond, waar zij voor de kinderen zorgde, en daarna als jufvrouw van gezelschap bij de markiezin Du-Deffand, de schoonzuster van hare moeder (1752).
De beide vrouwen leefden in vrede totdat de vereerders der markiezin — waaronder zelfs d’Alembert — hunne hulde bragten aan de bekoorlijke de l’Espinasse. De markiezin verstiet haar, doch zij had reeds talrijke vrienden, die den Koning wisten te bewegen, om haar een jaargeld toe te kennen. Van dien tijd af verkeerde zij in de groote wereld, en de aanzienlijkste kringen streden om de eer harer tegenwoordigheid. Vruchteloos dong de beroemde d’Alembert naar hare liefde, want zij kon hem niets anders schenken dan hare vriendschap. Hare liefde jegens den graaf van Mora, een adellijken Spanjaard, maakte spoedig plaats voor die jegens den overste Guibert.
Zij overleed den 23sten Mei 1776, en hare „Lettres (1809, 2 dln)”, waarin zij hare lotgevallen en gevoelens op eene aantrekkelijke wijze schildert, getuigen van eene buitengewone beschaving.
