Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Emphyseem

betekenis & definitie

Emphyseem, afkomstig van een Grieksch woord, dat inblazing beteekent, noemt men eene zwelling, veroorzaakt door dampkringslucht of door een ander gas in het weefsel des ligchaams. Men onderscheidt twee soorten: de eene ontstaat door verwonding van de longen of van de luchtpijp, — en de andere door inwendige, veelal onbekende oorzaken.

Verwondings-emphyseem (Emphysema traumaticum) ontstaat, wanneer door het breken van eene of meer ribben of door een steek of schot het longweefsel verwond is, zoodat de ingeademde lucht door die wond in de borstkas komt, dewijl alsdan bij de uitademing die lucht in de omringende weefsels gedreven wordt. Ook kan een ander deel van den ademhalingstoestel, bijvoorbeeld de luchtpijp of het strottenhoofd, aangetast zijn, zoodat er een emphysemateuse kroup ontstaat. De verschijnselen van emphyseem zijn zwelling der huid zonder pijn, zonder hitte, zonder vochtgolving of verkleuring. Deze zwelling is zacht en veerkrachtig en doet bij het betasten een knisterend geluid hooren. Bij de percussie verkrijgt men een trommelgeluid als op eene met lucht gevulde blaas. Door zachte drukking kan men de zwelling verplaatsen. De uitgebreidheid van een emphyseem is zeer verschillend, en de ziekte zelve niet altijd gevaarlijk. Intusschen dient men eerst de oorzaak van het emphyseem en daarna de overtollige lucht te verwijderen.

De tweede soort is het emphyseem zonder verwonding (E. non traumaticum). Dit vertoont zich in 3 vormen, namelijk als cel-emphyseem der longen, waarbij de uiterste, blinde, zakvormige uiteinden der luchtbuisjes in de longen verwijd zijn, — als tusschenweefsel-emphyseem der longen, waarbij deze uiteinden hier en daar gebarsten zijn, zoodat de lucht in het verbindingsweefsel der longen is doorgedrongen, — en eindelijk als een emphyseem, dat door toevallige gasontwikkeling in de weefsels op alle ligchaamsdeelen kan ontstaan. Bij den eersten vorm (E. vesiculare pulmonum) ontwaart men benaauwdheid bij de ademhaling, een doorgaanden hoest, gepaard met het opgeven van slijmerige, taaije, heldere fluimen, en eigenaardige geluiden bij percussie en auscultatie, — bij den 2den vorm kan men deze verschijnselen in veel hoogere mate waarnemen. De laatste vorm van emphyseem ontstaat somtijds in de slijmvliezen van de maag en de darmen, in de holten der weivliezen,en enkele malen in het hart en in de groote bloedvaten. Deze gasontwikkeling kan beschouwd worden als het begin van ontbinding.

< >