Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Egede

betekenis & definitie

Egede (Hans), de apostel van Groenland, werd geboren in Noorwegen den 31sten Januarij 1686, zag zich op 22-jarigen leeftijd benoemd tot predikant te Wogen in het stift Drontheim, doch legde in 1717 zijne betrekking neder, en begaf zich naar Bergen, om van hier naar Groenland te reizen. Hij had echter met vele moeijelijkheden te worstelen, en het duurde lang voordat hij de benoodigde 10000 thaler bijeen had en op een jaargeld van 300 thaler tot zendeling naar Groenland benoemd was. Vergezeld door zijne vrouw, 2 zonen en 46 landverhuizers vertrok hij den 12den Mei 1721 met 2 schepen van Bergen en stapte den 3den Julij daaraanvolgende op Groenland aan wal (64° N. B.). Zijne zachtmoedigheid bezorgde hem het vertrouwen der inboorlingen, en na eene inspanning van jaren bragt hij het zoo ver, dat hij hun het Evangelie in hunne eigene taal kon verkondigen. Onderscheidene rampen, onder anderen eene vreeselijke pokken-epidemie in 1734, bedreigden de nieuwe volksplanting, doch het Christendom breidde er zich meer en meer uit, terwijl ook de handel allengs begon te bloeijen.

Dientengevolge stuurde de Deensche regéring onderscheidene zendelingen derwaarts, om hem hulp te bieden. Toen hij alzoo zijne onderneming als wèlgeslaagd kon beschouwen, keerde hij naar Denemarken terug, waar hij in 1740 tot superintendent der Groenlandsche missie werd benoemd. Hij stichtte er een seminarium voor Groenlandsche zendelingen, bevorderde met den meesten ijver de belangen der kolonie, en overleed den 5den November 1758. Van zijne geschriften noemen wij : „Det gamle Grönlands nye perlustration aller naturelhistorie (1741)”, — en „Omstaendelig relation angaende den Grönlandske missions begyndelse og Fortsattelse (1738)”. Zijne moedige echtgenoote Gertrude Rasch stond hem tot aan haren dood getrouw ter zijde. — Zijn oudste zoon Paul Egede, geboren in 1708 en overleden in 1789, was de waardige medehelper en opvolger van zijn vader. Hij verkondigde het Evangelie in Groenland van 1734—1740. Later werd hij te Kopenhagen hoogleeraar in de godgeleerdheid, regent van het weeshuis, en na den dood zijns vaders bisschop der Groenlandsche zending. Behalve eenige andere geschriften, heeft hij een Groenlandsch-Deensch-Latijnsch woordenboek en eene dergelijke spraakkunst geschreven.

< >