Een Fransch historieschilder, ontving eerst onderwijs van zijn vader, bezocht daarna het atelier van Delaroche en bragt zijne eerste stukken op de tentoonstelling van 1839, namelijk eene „Maria boodschap” en eene „Jageres”. Aanvankelijk bewoog hij zich bijna uitsluitend op Bijbelsch gebied, doch in 1845 wijdde hij zich aan het portretschilderen, en de volkomenheid van zijne portretten wordt ongemeen geroemd. Van deze vermelden wij dat van keizerin Eugenie (1853), — dat van Bosa Bonheur, — dat van prinses Mathilde, — en dat van vorstin Ghika in nationale kleederdragt. Een uitstekend doek, „de Verloren Zoon” bragt hij op de tentoonstelling van 1866, en op die te München in 1869 een fraai portret van Gounod.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk