Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Desmonlins

betekenis & definitie

Desmonlins (Bénoit Camille), een hartstogtelijk partijhoofd en tevens een slagtoffer der groote Fransche Revolutie, werd geboren in 1762 te Guise in Picardië, studeerde aan het collége Louis Ie Grand in de regten, maar zag af van deze wegens zijne gebrekkige spraak.

Hij dweepte met de regéringsvormen der oudheid en zocht die bij den aanvang der Omwenteling in toepassing te brengen op Frankrijk. In dien geest schreef hij „La philosophie du peuple français (1788)” — en „La France libre (1789)”. Na het ontslag van Necker wist hij den 12den Julij 1789 in het Palais-Royal door krachtige toespraken het volk in geestdrift te doen ontvlammen, en dit leidde tot de verovering der Bastille. In dien tijd schreef hij het blad „Révolutions de France et de Brabant”, hetwelk grooten opgang maakte, en hij noemde zich zelven daarin „procureur-général de la lanterne”.

Mirabeau beschermde hem, doch hij werd niettemin aangeklaagd door Malouet en ontsnapte alleen door de vlugt aan eene gevangenneming. Hij trad voorts in het huwelijk met de schoone en rijke Lucile Duplessis, hechtte zich sterk aan Danton, doch had geen deel aan den Septembermoord. Als lid der Conventie stemde hij vóór den dood van Lodewijk XVI, er bijvoegende „welligt te laat voor de eer der Conventie”, en zijne vriendschap jegens Danton en zijn schoolkameraad Robespierre bewoog hem, om deel te nemen aan den strijd tegen de Girondijnen.

In zijne „Histoire des Girondins” overlaadde hij hen met spot en hoon, doch hij gevoelde hierover een innig berouw, toen die mannen het schavot moesten beklimmen. Tegen het einde van 1793 zond hij de eerste nommers van „Le vieux Cordelier” in het licht en bewees daardoor eene belangrijke dienst aan de Omwenteling. Gedurende het Schrikbewind bediende hij zich in overleg met Danion van dat blad, om de revolutionaire uitspattingen te beteugelen en het Comité du Salut Public in staat van beschuldiging te stellen.

Hébert, op wien hij het vooral gemunt had, betichtte hem van de bedoeling om het Koningschap te herstellen, en de looze Robespierre drong er op aan, nadat hij in schijn zijn vriend verdedigd had, dat de nommers van gemeld blad zouden verbrand worden. „Verbranden”, riep Desmoulins uit, „is geen weerleggen!” en weldra kwam het zevende nommer in het licht, waarin het Schrikbewind en de Jacobijnen nog heviger werden aangevallen en waarin het slotwoord was „De goden hebben dorst!” Terstond (30 Maart 1794) deed Robespierre hem en Danton in hechtenis nemen. Vooral Saint-Just dreef de veroordeeling door, en den 4den April beklom hij met Danton en vele anderen het schavot, alwaar desgelijks zijne echtgenoote, die te vergeefs alles beproefd had om hem te redden, 14 dagen later het leven verloor.

< >