Decurio noemde men in het oude Rome den hoofdman eener curia, dat is eener afdeeling van 10 personen.
Uit 10 decuriae bestond er elk der 10 curiae, waarin weder ieder der 3 oude tribus was verdeeld. — Decurio was ook de aanvoerder van het 10-tal equites (ridders), door elke decuria geleverd, en later gaf men dien naam aan den bevelhebber van elke kleine afdeeling ruiters. Ook regterlijke en andere ligchamen werden in decuriae verdeeld, en men heette de senaatsleden in de municipia desgelijks decuriones. Deze waren belast met het stadsbestuur en onder de Keizers verantwoordelijk voor de opbrengst der belastingen, zoodat deze ambtenaren veelal zwaar gebukt gingen onder den last hunner bediening.