Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Cuénça

betekenis & definitie

Cuénça is de hoofdstad eener; evenzoo genoemde Spaansche provincie, die op 316 geogr. mijlen 300000 inwoners telt. Die stad ligt in Nieuw-Castilië in een dal en is gedeeltelijk aan de helling van naakte rotsen gebouwd, tusschen de waterrijke Xucar en de beek Huécar; zij is eene zeer oude ciudad met 8000 inwoners, steile, naauwe straten, 15 kerken, 12 kloosters, een bisschoppelijk seminarium enz. De hoofdkerk is een fraai gebouw, in spitsboogstijl opgetrokken en met merkwaardige kunstgewrochten versierd.

De omstreken zijn er dor en schraal, en de bewoners houden er zich vooral bezig met het verzamelen van geurige en geneeskrachtige kruiden. De bijenteelt is er een belangrijke tak van nijverheid, en men vindt er eenige fraaije druipsteengrotten.

Een ander Cuénça of Cuénza, eigenlijk Santa Ana de Cuénça, is de hoofdstad van de evenzoo genoemde provincie in de Zuid-Amerikaansche republiek Ecuador, aan de Rio Matadéro, eene zij-rivier der Rio-Caute of Santiago in een fraai en mildbesproeid dal, 2600 Ned. el boven de oppervlakte der zee. Zij is eene van de grootste steden der Republiek, telt 20000 inwoners, en werd in 1577 door Gil Ramirez Dávalos gesticht. Tot de belangrijkste gebouwen behooren er de hoofdkerk, het regéringsgebouw, de hoogeschool, 4 parochie-kerken en 6 kloosters. De inwoners drijven een belangrijken handel in vruchten, kaas en graan en vervaardigen goede geweven stoffen, fijne hoeden, aardewerk enz. — De evenzoo genoemde provincie bezit op 590 geogr. mijlen ruim 371000 inwoners.

< >