Accademia della Crusca of Academia furfuratorum, een der meestberoemde wetenschappelijke genootschappen in Italië, werd in 1582 te Florence gesticht door Bernardo Canigiani, Giambattista Deti, Antonfrancesco Grazzini, Bernardo Zanchini en Bastiano dei Rossi. Deze letterkundigen, aan wie zich weldra Lionardo Saviati aansloot, kwamen geregeld bijeen, om elkander hunne voortbrengselen voor te lezen en de zemelen (crusca) af te zonderen van het meel.
Nadat het reglement was vastgesteld, opende de vereeniging in 1584 als Académie hare werkzaamheid met een aanval op Tasso. De leden droegen afzonderlijke namen, die in overeenstemming waren met de beteekenis van „crusca”, zooals „zak”, „meel”, „zeef” enz., en tot zinnebeeld der Académie koos men in 1587 eene builmolen. De eigenlijke statuten der Académie zijn ontworpen in 1588, toen Piétro dei Medici haar beschermheer werd. Men bevorderde er vooral de zuiverheid der Italiaansche taal. In 1581 werd er besloten, een woordenboek zamen te stellen, en daarvan verscheen in 1612 te Venetië de eerste uitgave, in 1623 de tweede, in 1691 de derde, en in 1729—1738 de vierde. Vooraf had de Académie eene uitgave bezorgd van Dante's geschriften.
Vervolgens liet de Académie weinig van zich hooren, en in 1783 vereenigde de groothertog Leopold haar met 2 andere académiën te Florence tot de „Accademia Fiorentina”. Niettemin werd zij in 1811 op nieuw zelfstandig en in 1819 met gewijzigde statuten voorzien. Zij telt 18 leden, die te Florence wonen, en 28 correspondérende leden. In 1819 deed zij een deel harer „Atti (Handelingen)” en in 1823 eene nieuwe uitgave van haar Woordenboek in het licht verschijnen. Zij houdt hare vergaderingen in het Palazzo-Riccardi. In de 17de eeuw had zij grooten invloed op de Italiaansche letterkunde; thans echter heeft zelfs haar Woordenboek zijn gezag grootendeels verloren.