Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Crell

betekenis & definitie

Crell (Nicolaus), kanselier en geheimraad in Keur-Saksen, was geboren te Leipzig, studeerde aldaar en werd in 1576 doctor in de regten. De keurvorst August belastte hem met de opvoeding van zijn oudsten zoon Christiaan, en nadat deze de regéring aanvaard had, zag hij zich benoemd tot kanselier, zoodat hij het bestuur der staats-aangelegenheden nagenoeg geheel en al in handen had. Adel en geestelijkheid waren echter vijandig jegens hem gezind. Om aan de geheime woelingen der Calvinisten een einde te maken, had keurvorst Augustus eene „Formula concordiae” door alle Luthersche geestelijken laten onderteekenen.

Crell, met verdraagzame gezindheden bezield, verklaarde zich een tegenstander van deze „Formula concordiae” en keurde alle godsdiensttwisten ten sterkste af. Om aan de leer van Calvijn ingang te verschaffen bij het volk, gaf hij een nieuwen Duitschen catechismus in het licht, terwijl hij tevens eene nieuwe uitgave van den Bijbel bezorgde, en, ter versterking van het Protestantismus, eene vereeniging der Protestantsche Kerkgenootschappen tot stand bragt. Zeltb bewoog hp den Keurvorst, om Hendrik IV van Frankrijk met Saksische hulptroepen te ondersteunen. Dit voornemen werd echter door den dood van Christiaan (1591) verijdeld. Nu kwam hertog Friedrich Wilhelm von Weimar aan het hoofd der zaken, en deze, een hevige tegenstander van het Cryptocalvinismus, deed Crell in hechtenis nemen en op den Königstein in de gevangenis werpen, terwijl er nieuwe kerkelijke verordeningen in geheel anderen geest werden voorgeschreven.

Op den Landdag te Torgau (1592) traden de steden en de 2 universiteiten voor Crell in de bres, doch de Ridderschap eischte zjjne veroordeeling. In 1593 werd eene acte van beschuldiging tegen hem ingeleverd, waarin verklaard werd, dat hij den Keurvorst verkeerden raad gegeven, tusschen dezen en den Keizer kwaad zaad gestrooid en met den Koning van Frankrijk verraderlijke onderhandelingen aangeknoopt had. De echtgenoote van Crell vervoegde zich bij het Rjjkskamerregt te Spiers wegens vertraging van het procés en verkreeg een bevelschrift, waarin bepaald werd, dat óf de beschuldigde op vrije voeten gesteld óf met het regtsgeding voortgegaan moest worden. De vijanden van Crell bragten nu dit laatste voor den Keizerlijken Rijkshofraad, en den llden September 1601 volgde het vonnis, dat den beschuldigde tot den dood met het zwaard veroordeelde. Vruchteloos zocht de veroordeelde zich te voorzien van hooger beroep; het uitgesproken vonnis werd den 9'1™ Oetober daaraanvolgende te Dresden voltrokken.

< >