Crayer (Caspar de), een Nederlandsch historie- en portretschilder, geboren te Antwerpen, was een leerling van Rafaël Coxie dien hij weldra in kunstvaardigheid overtrof. Nadat hij in zijne geboorteplaats de stukken van oude meesters met ijver bestudeerd had, vestigde hij zich te Brussel, waar hij het levensgroot portret vervaardigde van den cardinaal Ferdinand, die het aan zijn broeder, den Koning van Spanje, ten geschenke gaf. De Koning vereerde den kunstenaar met eene gouden keten en eene jaarwedde.
Hoewel hij nu met gunstbewijzen en bestellingen overladen werd, verliet de schilder het gewoel van het Brusselsche Hof en begaf zich naar Gent, waar hij tot aan zijn dood (1669) een aantal portretten en Bijbelsche tafereelen voor kerken schilderde. Deze laatste onderscheiden zich door stoutheid van conceptie en door keurigheid van teekening, terwijl hij als portretschilder van Dijck op zijde streeft. Te Gent, in andere Zuid-Nederlandsche steden en in vele muséa’s vindt men stukken van zijne hand.