Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Courier

betekenis & definitie

Courier (Paul Louis), een uitstekend Fransch letterkundige, werd geboren te Parijs den 4den Januarij 1772. Uitmuntende leermeesters maakten hem bekend met de Latijnsche en Grieksche schrijvers, doch nadat hij vervolgens de militaire school te Châlons bezocht had, zag hij zich als artillerie-officier geplaatst bij het leger aan de Rijn. In 1795 werd hij bevorderd tot chef d'escadron, doch hij verwaarloosde nog geenszins de studie der Ouden. Minder bekreunde hij zich om de dienst, zoodat hij zich na het overlijden van zijn vader zonder verlof naar de ouderlijke woning begaf, waar hij zich bezig hield met het vertalen van Cicero's redevoering „Pro Ligario”.

In 1798 bevond hij zich weder bij het leger in Italië en maakte van die gelegenheid gebruik, om de Italiaansche boekerijen te doorsnuffelen. Toen de Fransche bezetting te Rome na hare capitulatie zich inscheepte, bleef hij wegens een bezoek op de bibliotheek van het Vaticaan zoo lang weg, dat hij ter naauwernood aan de handen van het graauw ontsnapte. In zijn vaderland teruggekeerd, schreef hij er de „Voyage de Ménélas à Troye pour redemander Hélène”. Na de herstelling van Frankrijks gezag in Italië spoedde hij zich als escadrons-chef weder derwaarts en schreef gedeeltelijk van dààr zijne voortreffelijke „Lettres inédites, écrites de France et d’Italie 1797—1812”. In 1808 nam hij zijn ontslag, doch woonde later als vrijwilliger den slag bij Wagram bij. Na dien tijd wijdde hij zich uitsluitend aan letterkundigen arbeid. Nadat hij korten tijd in Zwitserland had doorgebragt, ontdekte hij te Florence een merkwaardig handschrift van de „Pastoralia van Longus", waarvan hij in 1810 eene uitgave met eene vertaling bezorgde.

Voorts leverde hij overzettingen van geschriften van Xenophum, van Heródotus en van Heliodórus. Tot zijne overige werken behooren eene „Lettre à M. Renouard, libraire, sur une tâche, faite à un manuscrit de Florence”, — onderscheidene vlugschriften tegen de regéring van Lodewijk XVIII, tegen den adel en de geestelijkheid, — hekelbrieven aan de Académie des Inscriptions, aan boekbeoordeelaars enz.,—en een geschrift tegen den aankoop van het domein Chambord, waardoor hij zich geldboete en gevangenisstraf op den hals haalde. Al die werken zijn verzameld onder den titel „Collection compléte de pamphlets politiques et opuscules littéraire» (1826) ”, alsmede in zijne „Mémoires, correspondance et opuscules inédites (1828). Zijne geestigheid, vaak zich openbarende in bitteren spot en scherpe hekeling, bezorgde hem vele vijanden. Hij bezweek den 10den April 1825 nabij zijne woning door sluipmoord, door 3 kogels getroffen. Vruchteloos zocht men de daders op te sporen; men meent, dat zijne echtgenoote, eene dochter van zijn geleerden vriend Clavier, in dien moord betrokken was.

< >