Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Chouans

betekenis & definitie

Chouans noemde men gedurende de groote Fransche Revolutie de benden, die op den regteroever der Loire en in Bretagne voor de zaak des Konings streden.

Jean Cottereau, gewoonlijk Chouan genaamd, een voormalig smokkelaar, verzamelde tegen het einde van 1793 in de wouden van Pertre en Fougères eene bende ontevredenen — de zoogenaamde Chouannerie — onder de vaan van het koningschap. Ook in de Vendée vond hij weêrklank, en zijn aanhang breidde zich uit tot bij Parijs over een gebied van meer dan 1000 geogr. mijlen.

Daar de Chouans verstoken waren van behoorlijke wapens en munitie, moesten zij zich tot rooftogten en nachtelijke overrompelingen bepalen, doch zij waren sterk genoeg, om een leger van 60000 man geregelde troepen in gestadige spanning te houden. Eindelijk gelukte het generaal Beaufort in het begin van 1794, eene bende van 600 dier mannen op te ligten en de papieren van hun opperbevelhebber, den markies Puisaye, in handen te krijgen.

Daaruit bleek het volgende: Zuid-Frankrijk was in kantons en departementen verdeeld, en de soldaten waren onder het bevel van verantwoordelijke officieren geplaatst en tot divisiën vereenigd, die door een veldmaarschalk werden aangevoerd. Elke divisie had hare kas en haren raad, uit edelen en priesters zamengesteld. Ieder verdediger moest met een duren eed beloven, dat hij troon en altaar verdedigen zou.

Jean Chouan hield zich met zijne bende in het woud van Pertre in een hol geruimen tijd verborgen, totdat Beaufort er den 2den Februarij 1794 in slaagde om hen te omsingelen en gevangen te nemen, waarbij Chouan sneuvelde. Eindelijk werd geheel het westen van Frankrijk in staat van beleg gesteld en het opperbevel aldaar aan generaal Hoche opgedragen. Puisaye begaf zich naar Engeland, om van Pitt ondersteuning te vragen, en gaf het commando over aan den vermetelen gelukzoeker Désoteux, genaamd Cormatin, die bij het voeren van den oorlog niet veel beleid aan den dag legde.

De Nationale Conventie knoopte met hem en Charette (zie onder dezen naam) onderhandelingen aan, en Cormatin onderteekende den 9den April 1795 te Mabilais een verdrag, volgens hetwelk de Chouans de wapens zouden nederleggen en de Republiek erkennen. Beide partijen waren echter geenszins voornemens, zich daaraan te houden. Cormatin werd wel is waar kort daarna in hechtenis genomen en naar Cherbourg gebragt, maar de dappere George Cadoudal (zie onder dezen naam) en Scépeaux verlevendigden den moed der bende en bleven volharden.

Eindelijk verscheen Puisaye met eene menigte Engelschen en Fransche uitgewekenen, en de Chouans schaarden zich in grooten getale onder hun aanvoerder. Toch werden zij gedurig geslagen, en hun toestand verergerde nog, toen Hoche, na het eindigen van den oorlog in de Vendée zijne troepen naar den regteroever der Loire deed oprukken. De aanvoerders Vieuville, Sérent en anderen sneuvelden, Scépeaux en Cadoudal moesten de wapens nederleggen, Frotté nam de vlugt naar Engeland, en Puisaye ging naar Amerika.

De Chouannerie scheen vernietigd te wezen, doch zij werd op nieuw in Engeland georganiseerd. In 1799 stak zij over naar Frankrijk: Frotté voerde bevel in Normandie, Cadoudal in Morbihan, Bourmont in Maine enz., en de opstand had zich reeds uitgebreid tot op 3 uur gaans van Versailles, toen de 18de Brumaire daaraan een einde maakte. Napoleon zond generaal Brune met eene versterking van 30000 man naar de Loire, en de benden verstrooiden zich naar alle kanten.

De bevelvoerders maakten gebruik van de algemeene amnestie met uitzondering van Frotté, die gevangen genomen en doodgeschoten werd. Ook in 1814 en 1815 verhief de Chouannerie op beide oevers der Loire het hoofd. Nu waren hare aanhangers beter van wapens voorzien en werden door bekwame mannen aangevoerd, zooals Coislin, Andigné, Arnbrugeac, Cowson enz. Ditmaal maakte de slag van Waterloo een einde aan die beweging; de aanvoerders werden tot veldmaarschalken en luitenant-generaals benoemd of onder de pairs opgenomen en alle met rijke geschenken beloond.

< >