Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Cedrela

betekenis & definitie

Cedrela L. of Cedro-boom is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Cedrelleën. Het onderscheidt zich door een korten, 5-tandigen kelk, eene 5-bladige bloemkroon, een 10- of 5-tal meeldraden, een korten, 5-hoekigen stamper, een schildvormigen stempel, eene 5-hokkige, 5-kleppige zaaddoos en gevleugelde zaden.

Het omvat groote Oost- en West-Indische boomen met even-gevinde bladeren. De meest-bekende soort is C. febrifuga Blume, die 20 Ned. el hoog wordt, terwijl de stam een omvang verkrijgt van 5 Ned. el; zij werd door Blume in het Javaansche hoogland ontdekt en groeit vermoedelijk ook op andere Oost-Indische eilanden.

Deze plant gelijkt zoozeer op C. Toona Roxb., dat zij er volgens Nees von Esenbeck naauwelijks van te onderscheiden is. De bast, Cortex Cedrelae of Oost-Indische kina genaamd, bestaat uit half of heel zamengerolde buizen en wordt van de jonge takken afgeschild; hij heeft een eenigzins bitteren, adstringérenden smaak en bevat, behalve eene eigenaardige looistof en gom, eene bruine extractief-stof en een weinig inuline, maar geen alkaloïde. Schoon men hem in China nog al veel tegen koorts gebruikt, heeft hij in Europa geen bijval gevonden.

De groote menigte sigarenkistjes, die in Indië vervaardigd worden, is afkomstig van het hout van dezen boom, door de inlanders Soerén genaamd. C. odorata L. is een groote boom, die in West-Indië en in de keerkringslanden van Amerika groeit, en wiens stam, bij een omvang van 4 Ned. el, 26 Ned. el hoog wordt, zoodat hij eene kano levert, die 50 man bevatten kan. Zijne bladeren, zijn bast en het versche hout, dat later welriekend wordt, hebben een walgingwekkenden reuk.

Het hout is zeer geschikt voor meubels en komt onder den naam van kalicedra-hout (acajou à planches) in den handel. “Voorts levert deze boom eene welriekende soort van hars (Résine Acajou). Ook C. Toona Roxb. en C. Tuna Flemm. leveren uitmuntend hout, dat op mahagony-hout gelijkt.

< >