Caldera, de belangrijkste havenstad van Atacama, de noordelijkste provincie van Chili, is eerst in 1850 door Noord-Amerikaansche ingenieurs der Mexican and South-American Company gesticht. Als uitvoerhaven voor koper- en zilver-erts en als aanlegplaats van geregeld langs de kust varende stoombooten heeft zij zich voorspoedig ontwikkeld, zoodat zij in 1865 reeds 3320 inwoners telde. De natuur heeft haar eene geschikte haven geschonken, waar schepen van 2000 ton den aldaar aangelegden molo kunnen naderen. Zij is door een spoorweg met Copiapo, Chanarcillo en de zilvermijnen van Tres-Puntas verbonden.
Voor 't overige is de landstreek rondom de stad eene barre woestijn, zoodat de inwoners zelfs tot drinkwater gedistilleerd zeewater moeten gebruiken en er aan landbouw geen denken is. Handel en scheepvaart zijn er niet zoo belangrijk als te Valparaiso, maar toch van veel grooteren omvang dan in de overige havens van Chili. In 1868 is er een vuurtoren gebouwd op 27° 3' Z. B. en 70° 52' W. L. van Greenwich.