Brisson (Mathurin Jacques), een verdienstelijk Fransch natuurkundige, werd geboren den 30sten April 1723 te Fontenay le Peuple in Poitou. Hij studeerde onder de leiding van Réaumur, werd hoogleeraar in de natuurkunde aan het Collége Navarre te Parijs en bestuurde het plaatsen van de pas-uitgevondene bliksemafleiders. Vervolgens werd hij lid van de Académie van Wetenschappen en na de opheffing van deze lid van het Instituut.
In de onrustige dagen der Omwenteling bemoeide hij zich uitsluitend met de wetenschappen; in 1795 werd hij hoogleeraar in de natuurkunde aan de Centrale scholen. Hij overleed te Broissi bij Versailles den 23sten Junjj 1806. Hjj had zich vooral toegelegd op de natuurlijke historie der vogels en deze met de beschrijving van 320 nieuwe en met de afbeeldingen van 350 nog nooit in afbeelding gebragte soorten verrijkt. Zijne “Ornithologie (Parijs, 1760, 6 dln met 261 koperen platen)” was vóór de “Histoire des oiseaux” van Buffon het beste werk op dat gebied. Voorts schreef hij “Pésanteur specifique des corps (1787)”, een natuurkundig leerboek voor de centrale scholen, “Dictionnaire raisonné de physique (1781—1800)” en “Le règne animal divisé en neuf classes (1756)”. Laatstgenoemd werk is in 1762 in het Latijn vertaald en te Leiden uitgegeven.