Onder dezen naam vermelden wij:
Johann Jacob Breitinger, een uitstekend Hervormd godgeleerde. Hij werd geboren te Zürich den 19den April 1575, studeerde te Herborn, Marburg, Franeker, Leiden, Heidelberg en Basel en was vervolgens tot aan zijn dood, die op den 25sten Maart 1645 voorviel, met ijver werkzaam voor de belangen van het Hervormde kerkgenootschap. In 1618 woonde hij met groote belangstelling de Synode te Dordrecht bij, en van zijne geschriften is inzonderheid zijne “Lebensbeschreibung” vermeldenswaardig.
Johann Jacob Breitinger, den strijdmakker van Bodmer tegen de school van Gottsched te Leipzig. Hij werd geboren te Zürich den laten Maart 1701, studeerde in de theologie en werd hoogleeraar in de Hebreeuwsche en de Grieksche taal in zijne geboortestad, waar hij den 15den December 1776 overleed. Hij onderscheidde zich door een vrijzinnigen geest, dien hij aan de studie der classische Oudheid ontleende, en was ijverig werkzaam voor de verbetering van het onderwijs in Zwitserland. Tot zijne talrijke geschriften behooren “Diatribe in versus obscurissimos a P. Statio citatos (1723)”, eene nieuwe uitgave der “Septuaginta”, “Artis cogitandi principia (1736)”, “Kritische Dichtkunst (1740)” enz.