Onder dezen naam vermelden wij:
Daniël de Breen of Brenius, een Nederlansch godgeleerde. Hij werd geboren te Haarlem in 1594 en was een leerling van Episcopius. Gedurende de Dordsche Synode was hij als afschrijver van brieven enz. in dienst der Remonstrantsche partij.
In 1621 werd hij te Haarlem bij het overrompelen van eene Remonstrantsche vergadering gevangen genomen, maar weldra met eene vermaning ontslagen. Later voegde hij zich bij de Doopsgezinden, van wier gevoelens hij echter in vele opzigten afweek. Hij overleed in 1664 en liet een groot aantal geschriften van godgeleerden inhoud achter. Deze zijn meeren- deels verzameld door Frans Kuiper en in het licht gezonden onder den titel “Daniël Brenii Opera theologica (1664)”.
Joost van Breen, die desgelijks in het midden der 174e eeuw geleefd heeft. Van hem hebben wij eene “Kunst der Stuurlieden (1662)”, benevens onderscheidene kluchtspelen, zooals “De bedrogen Jalouzij”, “De klucht van ’t Kalf”, “De klucht van Jean de la Roy”, “De ziende blindeman”, en “De Swarte minnaars”.