heer van Coppersdamme, Bonen enz. Een Amsterdammer van geboorte, was niet voor de studie bestemd, maar legde zich van zijn 13de jaar af met ijver toe op de ontleedkunde.
Omstreeks 1663 was hij hoogleeraar te Leuven,'in 1669 baljuw van Aardenburg en vervolgens hoogleeraar in de ontleedkunde aan het Athenaeum te ’s Hertogenbosch, waar hij in 1671 overleed.
De gevoelens over de verdiensten van Bils als ontleedkundige liepen reeds in die dagen zeer uiteen. Sommigen prezen hem hemelhoog en beweerden, dat hij nieuwe ontdekkingen gedaan had op dat gebied, bepaaldelijk, dat hij een middel had uitgevonden om de praeparaten in volkomene frischheid te bewaren, — anderen beschouwden hem als een kwakzalver. Bils zelf heeft in onderscheidene Latijnsche geschriften aan dien strijd deelgenomen. Zijne gezamenlijke werken zijn in 1692 te Amsterdam in 4to uitgegeven.