Baratinsky of Baratynski (Jewgenij Abraham) , één der meestberoemde Russische dichters, werd geboren in den aanvang dezer eeuw en sleet een gedeelte zijner jeugdige jaren onder de pages te St. Petersburg, maar werd wegens zijne guitenstukken uit dien kring verwijderd en als jonker ingelijfd in de garde. Ook als officier kon hij zijne dwaasheden niet nalaten en moest daarvoor boeten door eene achtjarige dienst bij een regiment in Finland.
Gaarne wilde hij zijn ontslag nemen, maar Alexander I verkoos er niet naar te luisteren, — eerst ten tijde van Nicolaas (1827) zag hij zijn wensch vervuld. Toen vestigde hij zich te Moskou en woonde er somtijds in de stad en somtijds op een buitenverblijf in hare nabijheid. Hij overleed te Napels in 1844.
Een groot gedicht, “Eda”, in Finland vervaardigd, draagt den stempel van dit gewest. Daarenboven heeft hij onderscheidene lyrische verzen uitgegeven. Later gaf hij zijn voortreffelijkste werk, “de Zigeuner vrouw”, dat zich door eene uitstekende gave van opmerking, door fijnheid van gevoel en talrijke dichterlijke schoonheden onderscheidt. Eene verzameling zijner gedichten is in 1883 in 2 deelen verschenen.