(Felice Pasquale). Vorst van Lucca, Piombino, Massa, Carrara en Garfagnana, geboren op Corsica den 18den Mei 1762, was de spruit eener behoeftige adellijke familie.
Hij trad in Fransche dienst en was onderofficier bij het Italiaansche leger, onder het bevel van Bonaparte. Hij huwde met eene zuster van dezen, Marie Anne Elise genaamd, en zag zich weldra bevorderd tot luitenant-kolonel van het 26ste regiment ligte infanterie.
Later was hij voorzitter van het kiescollegie in de Ardennes, in 1804 senator, en in 1805 verkreeg hij den vorstelijken titel doordien Lucca en Piombino aan zijne gemalin werden toegekend. In 1808 verwierf zijne echtgenoot desgelijks Toscane, maar den titel van groothertog heeft hij nooit gevoerd. Na den val van Napoleon I volgde hij zijne gemalin in hare ballingschap en hield, onder opzigt van Oostenrijk, met haar en een tweetal kinderen zijn verblijf in Italië. Na den dood van zijne vrouw toefde hij meestal te Bologna, waar hij een fraai kasteel bewoonde, en overleed den 27sten April 1841. Hij liet aan zijn kleinzoon een vermogen na van 8 millioen francs.
Zijne gemalin Marie Anne (later Elise) Bonaparte, den 3den Januarij 1777 te Ajaccio geboren en in het gesticht te St. Cyr opgevoed, huwde op 20jarigen leeftijd met Bacciochi tegen den wensch van Napoleon. Deze zorgde echter voor zijn schoonbroeder door zijne zuster met reeds vermelde gewesten te begiftigen. Als regentes was zij het toonbeeld van een afhankelijk werktuig van haren broeder en tevens eene ijverige beschermster van kunst en wetenschap. Na den val van het Keizerrijk nam zij den titel aan van gravin van Campigniano en begaf zich met hare zuster, de voormalige Koningin van Napels eerst naar Bohemen en vervolgens naar Triëst, waar zij op haar kasteel Villa Vicentina overleed.
Van hare 2 kinderen stierf haar zoon Frederik Napoleon Bacciochi, geboren in Augustus 1810, op den 7den April 1833 ten gevolge van een val van zijn paard. Hare dochter, Napoleone Elise, geboren den 3den Junij 1806, huwde in 1825 met graaf Camerata, een der rijkste edellieden van Ancona, doch in 1830 is zij van haren man gescheiden en leefde eerst op hare goederen in Illyrië en na 1852 te Parijs. Haar zoon, Napoleon, graaf Camerala, had zich aanvankelijk aan de zeedienst gewijd en was vervolgens referendaris bij het ministerie. Deze heeft zich den 3den Maart 1853 met een pistool van het leven beroofd.