Zoo luidt de naam van eenheid, die in de volksromans der middeleeuwen eene belangrijke rol vervult. Die naam werd gedragen door Amadis van Gaulen, ook wel naar zijn wapen “de leeuwenridder” of wegens zijn vertoef in de eenzaamheid “duister-schoon” (beltenebros) genoemd. Hij was een natuurlijke zoon van Perion, den fabelachtigen koning van Frankrijk, en van Elisena, eene dochter van Gavinter, koning van Bretagne, — voorts door Amadis van Griekenland, een achterkleinzoon van den voorgaande, een zoon van Lisuart en van Onoleria, eene dochter van den Keizer van Trapezunt.
Ook wordt vermeld een achterkleinzoon van den zoo even genoemde, namelijk Amadis van de Sterre, wiens moeder, Diana genaamd, eene dochter was van Florisel, den zoon van Amadis van Griekenland, koning van Guindaga, — en eindelijk Amadis van Trapezunt, een achterkleinzoon van Florisel en een zoon van vorst Liscaron van Kathay en van Polyxen. De eerste Amadis is derhalve de stamvader der overigen, en de roman, waarin zijne daden beschreven worden, is de oudste en de beste van al de Amadis-romans. Zij schijnen uit Spanje afkomstig te wezen; de Spaansche roman telt 13 boeken; de eerste 4 handelen over Amadis van Gaulen, in het 5de vinden wij de heldendaden van Esplandian, den oudsten zoon van dien Amadis, in het 6de die van Florisando, in het 7de en 8ste die van Lisuart, in het 9de en 10de die van Florisel en van Anaxartes, in het 11de en 12de die van Rogel en Agesilaus, en in het 13de die van Silvio de la Silva. Reeds lang hield men, op een ongewaarborgd getuigenis van Niccolo Antonio, een Portugeesch dichter der 14de eeuw, Pasco Lobeira, of ook wel den infant Pedro, den zoon van Joan I van Portugal, voor den vervaardiger, terwijl het boek door anderen aan eene Portugesche dame werd toegekend. Het blijkt dan ook uit de nasporingen van den Spaanschen geleerde Clemencin, in zijne aanteekeningen op den Don Quyote (Madrid 1833) medegedeeld, dat het oudste gedeelte, namelijk de eerste 4 boeken, oorspronkelijk in het Portugeesch door den ridder Vasco de Lobeira van Oporto (♰ 1403) tusschen de jaren 1342 en 1367 is opgesteld en dat het omstreeks 1460 door Garcia Ordonez de Montalvo in het Spaansch is overgebragt en omstreeks 1492 met het 5de boek verrijkt. Aan de genoemde 13 boeken zijn in Frankrijk toegevoegd de boeken 14 tot 17, die de daden van Phaeramont en van Amadis van de Sterre en de boeken 18 tot 24, welke de heldenfeiten der overige nakomelingen van Amadis van Gaulen vermelden. Daarna is in Duitschland het aantal deelen tot 30 geklommen. Men heeft van de Amadis-romans in verschillende talen onderscheidene uitgaven. De kostbaarste en zeldzaamste van deze is: Los quattro livros del cavallero Amadis de Gaula,” Sevilla l496. Ook in ons land is in 1574 eene uitgave verschenen van “Het vierde boeck van den edelen en den zeer vromen Amadis van Gaulen. Nu eerst overgheset in onze Nederlandsche spraecke, zeer genoechelijk om te lezen. Thantwerpen bij Guillam van Parijs. 4°”. Het privilegie voor deze uitgave was reeds in 1568 door Philippus II verleend. — De “Neue Amadis” van Wieland heeft met die romans geene andere overeenkomst dan den titel.