Abano, een beroemd geneesheer, is in de hierboven genoemde stad geboren omstreeks de helft der 13de eeuw. Hij begaf zich naar Konstantinopel, waar hij zich met ijver op de Grieksche taal en op de natuur- en geneeskundige wetenschappen toelegde. Hij werd hoogleeraar aan de universiteit te Padua en was om zijne groote geleerdheid algemeen geacht.
Wegens zijne wijsgeerige stellingen maakte hij zich verdacht bij de Kerk. Een gestreng onderzoek werd tegen hem ingesteld, maar voor den afloop daarvan stierf hij (1320). Later verbrandde men hem in effigie (in beeldtenis). Zijne huishoudster onttrok zijn stoffelijk overschot aan zijne vervolgers, en 100 jaar later werd te Padua eene eerzuil voor hem opgerigt.