Impudent

betekenis & definitie

Fr., schaamteloos, zedeloos, impuls m. Fr., impulsie vr., aandrift, prikkel, aansporing, eerste stoot; impulsief wat aandrijft, prikkelt, enz.; eigenschap van steeds aan zijn impulsies toe te geven, imputeeren Fr., toerekenen, ten laste leggen, aanwrijven; imputatie vr., toerekening, aantijging, ten laste legging; met imputatie van het voorarrest: met in mindering brenging ervan, in Lat. en Fr., voorvoegsel = on. in abstracto Lat., op zichzelf beschouwd (tegenst. in concreto).