Corridor is het algemeen gehanteerde, niet gespecificeerde begrip, waarmee de geografische strook wordt aangeduid, waarbinnen geconcentreerd specifieke ruimtelijke ontwikkelingen plaats (kunnen) vinden, dan wel – afhankelijk van de context – de inpandige gemeenschappe-lijke verkeersruimte binnen een meergezinswoongebouw, waarmee de afzonderlijke apparte-menten zijn te ontsluiten.
Zie ook: appartement, beleidsveld Netwerksteden, Incodelta, meergezinswoongebouw, ontwik-keling, ruimtelijke inrichting en verkeersruimte.
Het begrip is niet eenduidig gedefinieerd.
Zo worden er eveneens onder begrepen de gebieden langs de grote infrastructurele ontsluitings-routes als de economische assen, met name de autosnelwegen, die de verbinding met de buur-landen verzorgen, waarlangs zich tal van bedrijfsactiviteiten ontwikkelen ten gevolge van het optimale vestigingsklimaat door deze goede verbindingen.
Zie ook: bedrijf, infrastructuur en vestiging.
Daarnaast wordt het ook binnen de ruimtelijke ordening omschreven als een verstedelijkingsas, die is opgebouwd langs doorgaande verkeersverbindingen, via wegen en rails en waar moge-lijk via water, waarbij deze stedelijke bebouwing is samengesteld uit (bestaande) stedelijke kernen in combinatie met tussengelegen bebouwingszones, in suburbane dichtheden te realise-ren en met voldoende differentiatiemogelijkheden, zowel voor de huisvesting van verschillen-de bedrijfsactiviteiten, als voor voorzieningen en bewoners.
Zie ook: bebouwing, bewoner, huisvesting, kern, ruimtelijke ordening, planologie, stad stedelijk gebied, urbanistiek en voorziening.
In de eerste omschrijving gaat het om het gebruik van het begrip corridor als ontsluitingszone binnen een meergezinswoongebouw. Het gaat dan om een inpandig gesitueerde algemene ver-keersruimte, met aan weerszijden gelegen de appartementen. Dat is hetzelfde systeem van ont-sluiting, zoals bekend van hotels en kantoren, maar daar heet dat gewoon gangruimte. De be-naming corridor in een woongebouw heeft dan ook vooral waarde voor de marketing van het vastgoedobject in de hogere prijsklasse.
Zie ook: marketing en prijsklassen bepaalde woningen.
Volgens alle drie omschrijvingen betreft het begrip, binnen de context van de ruimtelijke orde-ning, planologie en urbanistiek, vooral regionale ontwikkelingen uitgaande van infrastructurele ontsluitingsroutes. Impliciet wordt daarbij het accent gelegd op de gebiedsdelen buiten de Randstad. Alleen in de tweede omschrijving wordt een directe relatie gelegd met het aangren-zende buitenland. Hoewel de laatste omschrijving neutraal de meeste informatie oplevert, is juist dat belangrijke aspect onbenoemd gebleven. Want voor de buiten de Randstad gelegen corridors is die internationale relatie een factor van groot belang, omdat die internationale han-delsroutes ook lokale ontwikkelingen mogelijk maken en ondersteunen. Zie ook: factor, gebied en Randstad.
Verder wordt met de aanduiding bebouwingszones langs de corridors niet bedoeld een bebou-wingslint langs een snelweg, maar selectieve en gebundelde verstedelijking op plaatsen met een goede kans op economische ontwikkeling. Hoewel dat niet uit de begripsomschrijvingen blijkt en slechts de verwijzing naar het bouwen in suburbane dichtheden daaraan gerelateerd is, wordt het handhaven van de groene ruimte dichtbij en tussen die verstedelijkte gebieden van groot belang geacht. Deze nuanceringen worden in de omschrijvingen gemist. Zie ook: groen.
Binnen de Randstad worden de corridors gesitueerd rondom de bestaande infrastructurele ver-bindingen tussen de grote steden. Op Europese schaal kan gesproken worden van mega-corridors, naast regionale, stadsgewestelijke corridors. In die context kan de Randstad dan ook gezien worden als een uitgespreide, dunbevolkte metropool, in plaats van als een concentratie van dichtbevolkte steden.
Zie ook: metropool.
Er zijn in feite buiten de Randstad vijf corridors te onderscheiden, te weten:
•1eIn zuidelijke richting via Breda naar de ‘Vlaamse Ruit’-regio, met de steden Antwerpen – Gent – Brugge – Brussel en verder richting Parijs en nog verder naar Italië en Spanje.
•2eIn zuidoostelijke richting via de Brabantse stedenrij – ook wel Brabantstad en Zandstad ge-noemd – over Venlo, of Maastricht, naar het Duitse Ruhrgebied en het verdere achter-land daarvan richting Frankfurt, München, Zwitserland, Oostenrijk en de Centraal- en Zuid-Europese landen.
•3eIn oostelijke richting via het knooppunt Arnhem/Nijmegen, KAN-gebied, eveneens naar het Duitse Ruhrgebied en dat achterland, maar dan richting Berlijn en de Oost-Europese landen.
•4eIn het zuiden maken Zuid- en Midden-Limburg deel uit van de ‘Eurregio’ en vormen de steden Maastricht/Heerlen – Hasselt – Luik – Aken een belangrijk en sterk onderdeel van de genoemde corridor naar het Duitse Ruhrgebied, door de verbinding daarvan met de Vlaamse Ruit-regio.
•5eIn noordelijke richting wordt via Zwolle en Groningen aangesloten op Hamburg en Bremen, met verdere verbindingen naar de Scandinavische landen.
Zie ook: Brabantstad, Brabantse stedenrij, KAN en Zandstad.
Tags: appartement – bebouwing – bedrijf – beleidsveld – bewoner – Brabantstad – Brabantse stedenrij – Eurregio – factor – gebied – groen – huisvesting – Incodelta – infrastructuur – KAN – kern – marketing – meergezinswoongebouw – metropool – Netwerksteden – ontwik-keling – planologie – prijsklassen bepaalde woningen – Randstad – ruimtelijke inrichting – ruimtelijke ordening – stad – stedelijk gebied – urbanistiek – verkeersruimte – vestiging – Vlaamse Ruit – voorziening – Zandstad.
