Gepubliceerd op 31-10-2017

wenken

betekenis & definitie

wenken - Werkwoord
1. (ov) met de hand een teken geven
- Hij wenkte hen om naderbij te komen.
- Pete Ramirez was op een onopvallende manier knap en een paar jaar ouder dan Mae. Hij zat in een kamer zonder bureau, zonder stoelen en zonder rechte hoeken. Het vertrek was rond en toen Mae binnenkwam, stond Pete in een headset te praten, met een honkbalknuppel te zwaaien en uit het raam te kijken. Hij wenkte haar binnen en beëindigde zijn gesprek. Hij had de honkbalknuppel nog in zijn linkerhand toen hij haar zijn rechter gaf.

wenken - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wenk

Woordherkomst
afgeleid van wenk met het achtervoegsel -en