Wat is de betekenis van WENK?

m. (-en), 1. beweging van de ogen, het hoofd of de handen om iets aan iem. te kennen te geven of te bevelen : met een wenk van de hand beduidde hij ons dat het onderhoud geëindigd was ; minlijk treedt, op ’s grijsaards wenk, de jonkvrouw hem te moet (Staring); zijner ogen wenk ; — (zegsw.) iem. op zij...

wenk - Zelfstandignaamwoord 1. een teken met de hand gegeven ♢ Met een wenk liet de politieagent de ene rij auto's optrekken. 2. een aanduiding die beoogt het vinden van de oplossing te vergemakkelijken ♢ Door die wenk was de opgave niet al te moeilijk....

wenk - zelfstandig naamwoord 1. kort en handig advies ♢ hierin staan praktische wenken voor het autorijden 2. beweging om iets duidelijk te maken ♢ hij gaf mij een wenk dat hij zo klaar was ...

wenk; Nieuwhoogduits Wink.

: een wenk geven (gaf, heeft gegeven), (i.h.b., indien een vrouw het onderwerp van de zin is:) aan een man te kennen geven dat sexuele belangstelling op prijs wordt gesteld. Kan elke vrouw je krijgen als ze je een wenk geeft? (Dobru 1968c: 29).

raad, teken; knik met oog, beweging met hoof, hand; gewenk, sien wink.

s., wink, wiuw, weau.

m. wenken (1 beweging van ogen, hoofd, handen, om aan te tonen, dat men iets wil; teken; 2 fig. waarschuwing): 1 hij gaf mij een duidelijke wenk; iem. op zijn wenk bedienen; 2 hij had een wenk gekregen, hoe te handelen, een heimelijke mededeling.

m. (-en), 1. beweging van ogen, hoofd of handen om iets aan iemand te kennen te geven; (zegsw.) iemand op zijn wenken bedienen, op iemands wenken vliegen, dadelijk alles doen wat hij beveelt; 2. bedekte waarschuwing: hij kreeg een wenk, zich in acht te nemen; in deze betekenis vaak een stille wenk.