uitsmeren - Werkwoord
1. (ov) smerend uitspreiden
♢ Hij deed boter op zijn brood en ging dit zorgvuldig uitsmeren
2. (ov) (politiek) verdelen
♢ Op begrotingsvlak is het voorgestelde uitsmeren over drie maanden, aan het eind van het jaar, eveneens zeer belangrijk
Woordherkomst
samenstelling van uit en smeren
Gepubliceerd op 31-10-2017
uitsmeren
betekenis & definitie