brood - Zelfstandignaamwoord
1. (voeding) een meelproduct dat gemaakt wordt door meeldeeg te bakken, te koken of te stomen
♢ Die bakker maakt een buitengewoon heerlijk brood.
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Brood en spelen
♦ brood op de plank hebben
genoeg hebben om van te leven
♦ De een z'n dood is een ander z'n brood.
wat voor de één een nadeel is, daar profiteert een ander van
♦ Een kruimeltje is ook brood.
wees gelukkig met wat je hebt
♦ Ergens geen brood in zien
niet denken dat iets kan werken
♦ Iemand het brood uit de mond stoten
iemand het onmogelijk maken om in eigen inkomen te kunnen voorzien
♦ Iemand iets op zijn brood geven
iemand onvriendelijk iets verwijten
♦ Niet bij brood alleen leven
men heeft meer nodig dan alleen eten om te kunnen leven
♦ Stenen voor brood geven
iets geven waar de ander niets aan heeft
♦ Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.
♦ Zich de kaas niet van het brood laten eten
Voor het eigen belang opkomen
♦ iets op je brood krijgen
ergens van beschuldigd worden
Synoniemen
mik
Gepubliceerd op 10-11-2017
brood
betekenis & definitie