Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie E
- eensluidenders
- eensluidends
- eensluidendst
- eensluidendste
- eensporig
- eensporige
- eensporigs
- eenstemmig
- eenstemmige
- eenstemmiger
- eenstemmigers
- eenstemmigs
- eenstemmigst
- eenstemmigste
- eensterrenhotel
- eensterrenhotels
- eentalig
- eentalige
- eentaligs
- eenterm
- eentermen
- eentermpje
- eentermpjes
- eentje
- eentjes
- eentonig
- eentonige
- eentoniger
- eentonigere
- eentonigers
- eentonigs
- eentonigst
- eentonigste
- eenverdiener
- eenverdieners
- éénvormig
- éénvormige
- éénvormiger
- éénvormigere
- éénvormigers
- éénvormigs
- éénvormigst
- éénvormigste
- eenvoud
- eenvoudig
- eenvoudige
- eenvoudige bankbreuk
- eenvoudiger
- eenvoudigere
- eenvoudigers
- eenvoudigheid
- eenvoudigheidshalve
- eenvoudigs
- eenvoudigst
- eenvoudigste
- eenvoudigweg
- eenwerd
- eenwerden
- eenwerf
- eenword
- eenworden
- eenwordend
- eenwording
- eenwordingen
- eenwordt
- eenzaam
- eenzaamheden
- eenzaamheid
- eenzaams
- eenzaamst
- eenzaamste
- eenzaat
- eenzaatje
- eenzaatjes
- eenzame
- eenzamer
- eenzamere
- eenzamers
- eenzaten
- eenzelfde
- eenzelvig
- eenzelvige
- eenzelviger
- eenzelvigere
- eenzelvigers
- eenzelvigs
- eenzelvigst
- eenzelvigste
- eenzijdig
- eenzijdiger
- eenzijdigere
- eenzijdigers
- eenzijdigs
- eenzijdigst
- eenzijdigste
- eer
- eer-eergister
- eer-eergisteren
- eerbaar
- eerbaarder