éénvormig - Bijvoeglijk naamwoord
1. slechts in één vorm voorkomend zodat alle leden van de verzameling op elkaar lijken, uniform
♢ In het ziekenhuis draagt het verplegend personeel éénvormige kleding, dat noemen we een uniform.
Woordherkomst
afgeleid van één met het achtervoegsel -vormig
Synoniemen
eenvormig
Gepubliceerd op 30-10-2017
éénvormig
betekenis & definitie