Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie E
- eenkenniger
- eenkennigere
- eenkennigers
- eenkennigs
- eenkennigst
- eenkennigste
- eenkristal
- eenkristallen
- eenkristalletje
- eenkristalletjes
- eenlettergrepig
- eenlettergrepige
- eenlettergrepigs
- eenling
- eenlingen
- eenlingetje
- eenlingetjes
- eenmaal
- eenmalig
- eenmalige
- eenmaligs
- eenmans-
- eenmansactie
- eenmansacties
- eenmansactietje
- eenmansactietjes
- eenmansbandje
- eenmansbandjes
- eenmansbands
- eenmansbedrijf
- eenmansbedrijfje
- eenmansbedrijfjes
- eenmansbedrijven
- eenmanscel
- eenmanscellen
- eenmanscelletje
- eenmanscelletjes
- eenmansfractie
- eenmansfracties
- eenmansfractietje
- eenmansfractietjes
- eenmansjury
- eenmansoorlog
- eenmansoorlogen
- eenmansoorlogje
- eenmansoorlogjes
- eenmansorkest
- eenmansorkesten
- eenmansorkestje
- eenmansorkestjes
- eenmansruimtecapsule
- eenmansruimtecapsules
- eenmansruimtecapsuletje
- eenmansruimtecapsuletjes
- eenmanszaak
- eenmanszaakje
- eenmanszaakjes
- eenmanszaken
- eenmotorig
- eenmotorige
- eenmotorigs
- eennachtsijs
- eenogen
- eenogig
- eenogige
- eenogigs
- eenoog
- eenoogje
- eenoudergezin
- eenoudergezinnen
- eenparig
- eenparige
- eenparigs
- eenpartijstelsel
- eenpartijstelsels
- eenpartijstelseltje
- eenpartijstelseltjes
- eenpersoons
- eenpersoonshuishouden
- eenpersoonshuishoudens
- eenpersoonshuishoudentje
- eenpersoonshuishoudentjes
- eenpoot
- eenpootje
- eenpootjes
- eenpoten
- eenrichtingsverkeer
- eens
- eensdaags
- eensdeels
- eensgezind
- eensgezinde
- eensgezinder
- eensgezindere
- eensgezindheid
- eensklaps
- eensluidend
- eensluidende
- eensluidender
- eensluidendere